Corona, maatregelen en angst – een beschouwing
Corona, maatregelen en angst – een beschouwing
Inmiddels zitten we zo’n drie maanden in de crisis en misschien is het wel mooi om de coronacrisis vanuit een Schansvisie te beschouwen. Het probleem is dan meteen: de Schans is niet één persoon maar een team van trainers, bewoners, medewerkers en mensen die ons ondersteunen. En elk kijkt door zijn of haar unieke bril naar wat er gebeurd en heeft dus ook een eigen verhaal en mening over wat er gebeurd. Het lijkt net de gewone wereld. Maar als we doen waar we op de Schans zo goed in zijn: een laagje dieper kijken, dan zien we de overeenkomsten.
Met een laagje dieper bedoel ik kijken naar de universele behoeften van mensen, de werking van de psyche en de dynamieken en mechanismen die bij ieder van ons in werking treden wanneer het spannend wordt. En half maart werd het spannend. Wat eerst een ver van mijn bed show leek kwam met rasse schreden nader. Er dreigde gevaar.
En bij gevaar is het net of er bij mensen op een rode knop gedrukt wordt want gevaar maakt angstig. Angst is de anticipatie op mentale, emotionele of fysieke pijn. Angst heeft een heel belangrijke functie. Namelijk om ons te beschermen. Om dat zo efficiënt mogelijk te doen heeft de evolutie ons een amygdala gegeven. De amygdala legt verbanden tussen informatie die van verschillende zintuigen afkomstig is en koppelt deze aan emoties. De reactie van de amygdala op prikkels die angst veroorzaken kan reflexmatig plaatsvinden. Dit gebeurt doordat de amygdala de neocortex (het deel van de hersenen waarmee we rationeel denken) omzeilt en de informatie direct naar de hersenstam stuurt. Erg handig wanneer je oog in oog met een sabeltandtijger staat. Dan wil je geen tijd verliezen door eerst na te denken wat je er eigenlijk van vindt, dan wil je gelijk reageren. Maar bij een onzichtbaar gevaar kunnen we niet direct op onze eigen ervaring vertrouwen en zijn we afhankelijk van anderen en dan beginnen de verschillen tussen mensen. In dit geval namen de virologen en de overheid het voortouw en vertelden ons wat we moesten doen en vooral wat we niet meer mochten doen.
Hoe we daar mee omgaan wordt heel sterk bepaalt hoe we geleerd hebben naar autoriteit (overheid, deskundigen, ziekenhuis, instanties etc) te kijken. Groeiden we op in een gezin waar vader en moeder in meer of mindere mate veilig voor ons waren en waar we op ze konden vertrouwen, dan zijn we ook nu als volwassenen geneigd de autoriteit te vertrouwen. Groeiden we op in een gezin waar we minder of zelfs niet op onze ouders konden vertrouwen dan zullen we ook nu geneigd zijn iedere autoriteit te wantrouwen. Dat heeft dus niet zoveel te maken met die autoriteit of de huidige situatie maar hoe we deze interpreteren. Een deel van de mensen wordt dus bang voor de inhoud van de boodschap, een ander deel voor de brenger van de boodschap. Extra lastig hieraan is dat de reactie die een deel van de mensen hierop hebben om het voor zichtzelf enigszins veilig te maken voor de ander juist als heel onveilig overkomt. En daar beginnen de verschillen tussen mensen pas echt duidelijk te worden.
Het wordt nog complexer als we kijken hoe we reageren op de angst. We kunnen ‘kiezen’ uit vechten of vluchten (de andere twee: bevriezen, vluchten uit je lijf, en fawn, een soort vechten met behoud van sociale vaardigheden, schaar ik voor de eenvoud van dit verhaal onder de eerste twee). Wie denkt dat ie het gevaar aan kan gaat vechten en wie zijn vege lijf wil redden vlucht. Ook hier is de onderliggende behoefte bij iedereen gelijk namelijk: het gevaar afwenden. Alleen de strategie die we kiezen verschilt. Ook hoe we vluchten of vechten kent een tweedeling: acting in of acting out. Ben ik naar buiten gericht (extravert) of naar binnen gekeerd (introvert). Ik kan het gevecht aangaan door mijn wapens te pakken en boven op de barricade te springen of ik sla voldoende overlevingsmiddelen in (bijvoorbeeld wc-papier, ik noem maar een zijstraat) en barricadeer mijn deuren. Ook vluchten kan groots en theatraal waarbij ik mijn hele huisraad hoog optast en schreeuwend de straat uitrij of ik trek me terug op de slaapkamer en kruip onder de dekens. Soms lijkt het net of wij mensen heel verschillend zijn, maar eigenlijk hebben we allemaal dezelfde primaire reactie op angst: wegkomen van de eminente pijn. Dan tot slot nog een altijd aanwezige dynamiek die ons in chaotische tijden hopeloos kan verdelen: de dader-slachtoffer dynamiek. Iemand moet het schuld zijn want we kunnen dit toch niet over ons zelf hebben afgeroepen? Of toch?
Half maart werd ik ook bang van de berichten. En toen ik de eerste keer de nieuwe anderhalvemeter samenleving hoorde noemen werd ik panisch. Het kostte me weken om uit die angst te komen die me volledig overspoelde. Na veel innerlijk werk realiseerde ik me dat ik niet bang was voor wat er mogelijk zat aan te komen maar voor de oude pijn die wakker gemaakt werd in mijzelf. Ik ben opgegroeid in een gezin waar ik in een energetische anderhalvemeter isoleercel zat. Verstoken van fysiek contact en gezonde verbinding met mijn ouders en broer. Mijn overlevingsmechanisme als ik bang wordt is zo veel mogelijk informatie tot me nemen om als het ware de leegte van de isoleercel op te vullen en betekenis te kunnen geven aan het voor mij onbegrijpelijke bestaan van die cel. Dus heb ik de afgelopen tijd elke dag urenlang op Facebook en YouTube doorgebracht. Dat heeft me opgeleverd wat ik al wist en zo vaak in de groepen vertel: de waarheid vind je niet buiten jezelf maar binnen in jezelf. Het enige dat de vele uren informatie vergaren me hebben opgeleverd is een bevestiging dat niemand het precies weet en iedereen een eigen mening heeft en sommigen denken dat die mening de waarheid is. Als deze crisis iets duidelijk maakt dan is het wel dat we wanneer de wereld buiten ons in chaos veranderd we binnen onszelf een anker nodig hebben om overeind te blijven. Dat is je eigen waarheid. Dan ervaar je het gevaar als minder gevaarlijk, laat de amygdala meer informatie door naar je neocortex en kan je lijf verder ontspannen en kunnen je hersenen meer nieuwe informatie toelaten.
Van alles dat ik in de afgelopen maanden gelezen heb wil ik graag ter afsluiting één stukje informatie aanhalen. Het is een hypothese en heeft dus niets met “de waarheid” te maken. Het gaat om een idee dat ik zo goed bij de visie van de Schans vind passen dat ik het graag hier met jullie deel. De hypothese dat virussen en exosomen eigenlijk dezelfde entiteiten zijn. De definities: een virus is een microscopisch klein deeltje dat bestaat uit erfelijk materiaal, verpakt is in een eiwitomhulsel. Virussen worden pas biologisch actief als zij cellen van levende organismen binnendringen. Het exosoom is een microscopisch klein deeltje dat bestaat uit erfelijk materiaal, verpakt in een eiwitomhulsel. Cellen in ons lichaam communiceren met elkaar door deze exosomen naar elkaar te sturen. Toen ik dat hoorde moest ik aan de woorden van mijn mentor hier op de Schans denken: “Ziek worden is een poging van het lichaam om te helen”. Als deze hypothese klopt dan zijn virussen geen lichaamsvreemde vijanden die er op uit zijn ons te vernietigen maar lichaamseigen boodschappers die er op uit zijn informatie over te brengen en wie weet, ons te helen.
Soms lijken dingen heel verschillend en angstaanjagend maar als je met nieuwsgierigheid kijkt blijkt er vaak niet zoveel verschil te zijn en zat de angst in jezelf. Zoals een wijze man ooit zij:
Het maakt niet echt iets uit
Of dat de waarheid is of niet
Het is hoe jij het ziet
Hoe mooi Kan het leven zijn
Het is maar hoe je kijkt, Het is maar wat je droomt
Hoe mooi Is jouw werkelijkheid
Marco Borsato, Mooi
Welke werkelijkheid om in te leven kies jij?
Marcel Swelsen
13 juni 2020